Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/33688289.webp
let in
One should never let strangers in.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/89084239.webp
reduce
I definitely need to reduce my heating costs.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/77572541.webp
remove
The craftsman removed the old tiles.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/116835795.webp
arrive
Many people arrive by camper van on vacation.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/118549726.webp
check
The dentist checks the teeth.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
cms/verbs-webp/90821181.webp
beat
He beat his opponent in tennis.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
cms/verbs-webp/15441410.webp
speak out
She wants to speak out to her friend.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
cms/verbs-webp/106608640.webp
use
Even small children use tablets.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/106787202.webp
come home
Dad has finally come home!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
cms/verbs-webp/101709371.webp
produce
One can produce more cheaply with robots.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
cms/verbs-webp/65840237.webp
send
The goods will be sent to me in a package.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/70055731.webp
depart
The train departs.
vertrekken
De trein vertrekt.