Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/88597759.webp
press
He presses the button.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/86064675.webp
push
The car stopped and had to be pushed.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/115207335.webp
open
The safe can be opened with the secret code.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
cms/verbs-webp/41019722.webp
drive home
After shopping, the two drive home.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/94555716.webp
become
They have become a good team.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
cms/verbs-webp/73649332.webp
shout
If you want to be heard, you have to shout your message loudly.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/129002392.webp
explore
The astronauts want to explore outer space.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/101630613.webp
search
The burglar searches the house.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/108580022.webp
return
The father has returned from the war.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eat
The chickens are eating the grains.
eten
De kippen eten de granen.
cms/verbs-webp/90321809.webp
spend money
We have to spend a lot of money on repairs.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/75281875.webp
take care of
Our janitor takes care of snow removal.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.