Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/94153645.webp
cry
The child is crying in the bathtub.
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/64904091.webp
pick up
We have to pick up all the apples.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/97335541.webp
comment
He comments on politics every day.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/96668495.webp
print
Books and newspapers are being printed.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/125884035.webp
surprise
She surprised her parents with a gift.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
cms/verbs-webp/113842119.webp
pass
The medieval period has passed.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/8482344.webp
kiss
He kisses the baby.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/63645950.webp
run
She runs every morning on the beach.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/106851532.webp
look at each other
They looked at each other for a long time.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/118780425.webp
taste
The head chef tastes the soup.
proeven
De chef-kok proeft de soep.
cms/verbs-webp/50772718.webp
cancel
The contract has been canceled.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/78309507.webp
cut out
The shapes need to be cut out.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.