Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/108295710.webp
spell
The children are learning to spell.
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/125116470.webp
trust
We all trust each other.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/110233879.webp
create
He has created a model for the house.
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.
cms/verbs-webp/3819016.webp
miss
He missed the chance for a goal.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
cms/verbs-webp/120259827.webp
criticize
The boss criticizes the employee.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/81236678.webp
miss
She missed an important appointment.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/80427816.webp
correct
The teacher corrects the students’ essays.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/4706191.webp
practice
The woman practices yoga.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/119302514.webp
call
The girl is calling her friend.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
cms/verbs-webp/129300323.webp
touch
The farmer touches his plants.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/120900153.webp
go out
The kids finally want to go outside.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/40129244.webp
get out
She gets out of the car.
uitgaan
Ze stapt uit de auto.