Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/105875674.webp
kick
In martial arts, you must be able to kick well.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
cms/verbs-webp/3819016.webp
miss
He missed the chance for a goal.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
cms/verbs-webp/122153910.webp
divide
They divide the housework among themselves.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
cms/verbs-webp/98561398.webp
mix
The painter mixes the colors.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/92456427.webp
buy
They want to buy a house.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/118780425.webp
taste
The head chef tastes the soup.
proeven
De chef-kok proeft de soep.
cms/verbs-webp/119613462.webp
expect
My sister is expecting a child.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/73751556.webp
pray
He prays quietly.
bidden
Hij bidt in stilte.
cms/verbs-webp/123834435.webp
take back
The device is defective; the retailer has to take it back.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/108991637.webp
avoid
She avoids her coworker.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/96586059.webp
fire
The boss has fired him.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
cms/verbs-webp/99951744.webp
suspect
He suspects that it’s his girlfriend.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.