Woordenlijst
Leer werkwoorden – Ests
eemaldama
Kopplaadur eemaldab mulda.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
sorteerima
Talle meeldib oma marke sorteerida.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
kaitsma
Lapsi tuleb kaitsta.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
kaasa mõtlema
Kaardimängudes pead sa kaasa mõtlema.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
esikohale tulema
Tervis tuleb alati esimesena!
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!
ehitama
Millal Hiina suur müür ehitati?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
üles tõmbama
Helikopter tõmbab kaks meest üles.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
pesema
Ema peseb oma last.
wassen
De moeder wast haar kind.
sööma
Mida me täna sööma tahame?
eten
Wat willen we vandaag eten?
välja jooksma
Ta jookseb uute kingadega välja.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
teatama
Kõik pardal teatavad kaptenile.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.