Woordenlijst
Leer werkwoorden – Ests

algama
Uus elu algab abieluga.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.

vihkama
Need kaks poissi vihkavad teineteist.
haten
De twee jongens haten elkaar.

saatma
Ta saadab kirja.
sturen
Hij stuurt een brief.

maksma
Ta maksis krediitkaardiga.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.

sisse logima
Peate parooliga sisse logima.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.

kartma
Laps kardab pimedas.
bang zijn
Het kind is bang in het donker.

avaldama
Kirjastaja on avaldanud palju raamatuid.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

läbi saama
Lõpetage oma tüli ja hakkake juba läbi saama!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

kohale tooma
Pitsa kuller toob pitsa kohale.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.

teineteist vaatama
Nad vaatasid teineteist kaua.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.

kuulama
Ta kuulab hea meelega oma raseda naise kõhtu.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
