Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/115172580.webp
tõestama
Ta soovib tõestada matemaatilist valemit.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/91147324.webp
premeerima
Teda premeeriti medaliga.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteerima
Mul on veel palju pabereid sorteerida.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/75423712.webp
muutma
Tuli muutus roheliseks.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/122479015.webp
sobivaks lõikama
Kangas lõigatakse sobivaks.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
cms/verbs-webp/70055731.webp
lahkuma
Rong lahkub.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/82378537.webp
ära viskama
Neid vanu kummirehve tuleb eraldi ära visata.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/46565207.webp
valmistama
Ta valmistas talle suurt rõõmu.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
cms/verbs-webp/123237946.webp
juhtuma
Siin on juhtunud õnnetus.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/102823465.webp
näitama
Ma saan näidata oma passis viisat.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/93031355.webp
julgema
Ma ei julge vette hüpata.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
cms/verbs-webp/66441956.webp
kirja panema
Peate parooli üles kirjutama!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!