Woordenlijst
Leer werkwoorden – Duits

bedienen
Der Koch bedient uns heute selbst.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.

veranlassen
Sie werden ihre Scheidung veranlassen.
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.

vermeiden
Er muss Nüsse vermeiden.
vermijden
Hij moet noten vermijden.

herabhängen
Eiszapfen hängen vom Dach herab.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.

fordern
Er fordert Schadensersatz.
eisen
Hij eist compensatie.

befürchten
Wir befürchten, dass die Person schwer verletzt ist.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.

verhauen
Eltern sollten ihre Kinder nicht verhauen.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.

ausdrücken
Sie drückt die Zitrone aus.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.

eröffnen
Das Fest wurde mit einem Feuerwerk eröffnet.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.

treiben
Die Cowboys treiben das Vieh mit Pferden.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.

tanzen
Sie tanzen verliebt einen Tango.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
