Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/67624732.webp
befürchten
Wir befürchten, dass die Person schwer verletzt ist.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
cms/verbs-webp/118861770.webp
sich fürchten
Das Kind fürchtet sich im Dunklen.
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
cms/verbs-webp/103719050.webp
entwickeln
Sie entwickeln eine neue Strategie.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/104759694.webp
hoffen
Viele hoffen auf eine bessere Zukunft in Europa.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/74009623.webp
testen
Das Auto wird in der Werkstatt getestet.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/8482344.webp
küssen
Er küsst das Baby.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/110056418.webp
vortragen
Der Politiker trägt eine Rede vor vielen Studenten vor.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/108350963.webp
bereichern
Gewürze bereichern unser Essen.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/104818122.webp
reparieren
Er wollte das Kabel reparieren.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/101938684.webp
ausführen
Er führt die Reparatur aus.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/46602585.webp
transportieren
Die Fahrräder transportieren wir auf dem Autodach.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/68561700.webp
offenlassen
Wer die Fenster offenlässt, lockt Einbrecher an!
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!