Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/110775013.webp
niederschreiben
Sie will Ihre Geschäftsidee niederschreiben.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/129244598.webp
einschränken
Während einer Diät muss man sein Essen einschränken.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/100585293.webp
umwenden
Hier muss man mit dem Auto umwenden.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/47969540.webp
erblinden
Der Mann mit den Abzeichen ist erblindet.
blind worden
De man met de badges is blind geworden.
cms/verbs-webp/67880049.webp
loslassen
Du darfst den Griff nicht loslassen!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/103232609.webp
ausstellen
Hier wird moderne Kunst ausgestellt.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
cms/verbs-webp/118588204.webp
warten
Sie wartet auf den Bus.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/120801514.webp
fehlen
Du wirst mir so sehr fehlen!
missen
Ik zal je zo erg missen!
cms/verbs-webp/115267617.webp
wagen
Sie haben den Sprung aus dem Flugzeug gewagt.
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
cms/verbs-webp/59066378.webp
beachten
Verkehrsschilder muss man beachten.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/102853224.webp
zusammenbringen
Der Sprachkurs bringt Studenten aus aller Welt zusammen.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
cms/verbs-webp/35862456.webp
beginnen
Mit der Ehe beginnt ein neues Leben.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.