Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/121820740.webp
començar
Els excursionistes van començar d’hora al matí.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/43100258.webp
trobar-se
De vegades es troben a l’escala.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/118868318.webp
agradar
A ella li agrada més la xocolata que les verdures.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/86196611.webp
atropellar
Desgraciadament, molts animals encara són atropellats per cotxes.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/89636007.webp
signar
Ell va signar el contracte.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/53646818.webp
deixar entrar
Estava nevant fora i els vam deixar entrar.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/116358232.webp
passar
Ha passat alguna cosa dolenta.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
cms/verbs-webp/113248427.webp
guanyar
Ell intenta guanyar al escacs.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/43956783.webp
fugir
El nostre gat va fugir.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/92612369.webp
aparcar
Les bicicletes estan aparcat a davant de la casa.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
cms/verbs-webp/93221279.webp
cremar
Hi ha un foc cremant a la llar de foc.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/119289508.webp
quedar-se
Et pots quedar amb els diners.
houden
Je mag het geld houden.