Woordenlijst
Leer bijwoorden – Catalaans
gairebé
El dipòsit està gairebé buit.
bijna
De tank is bijna leeg.
fora
Avui estem menjant fora.
buiten
We eten vandaag buiten.
ja
Ell ja està dormint.
al
Hij slaapt al.
al matí
He de llevar-me d‘hora al matí.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
una mica
Vull una mica més.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
de nou
Ell escriu tot de nou.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
tots
Aquí pots veure totes les banderes del món.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
molt
El nen està molt famolenc.
erg
Het kind is erg hongerig.
junts
Aprenem junts en un petit grup.
samen
We leren samen in een kleine groep.
ara
Hauria de trucar-lo ara?
nu
Moet ik hem nu bellen?
tot el dia
La mare ha de treballar tot el dia.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.