Woordenlijst

Leer bijwoorden – Deens

cms/adverbs-webp/155080149.webp
hvorfor
Børn vil vide, hvorfor alt er, som det er.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
udenfor
Vi spiser udenfor i dag.
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
om morgenen
Jeg skal stå op tidligt om morgenen.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
ikke
Jeg kan ikke lide kaktussen.
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
næsten
Tanken er næsten tom.
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
sammen
De to kan godt lide at lege sammen.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/145489181.webp
måske
Hun vil måske bo i et andet land.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
ned
Han falder ned oppefra.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
mere
Ældre børn får mere lommepenge.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
ind
De hopper ind i vandet.
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
meget
Barnet er meget sultent.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
næsten
Det er næsten midnat.
bijna
Het is bijna middernacht.