Woordenlijst

Leer bijwoorden – Deens

cms/adverbs-webp/78163589.webp
næsten
Jeg ramte næsten!
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/73459295.webp
også
Hunden må også sidde ved bordet.
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
for eksempel
Hvad synes du om denne farve, for eksempel?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
cms/adverbs-webp/23025866.webp
hele dagen
Moderen skal arbejde hele dagen.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
ud
Det syge barn må ikke gå ud.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
aldrig
Man skal aldrig give op.
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altid
Der var altid en sø her.
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
aldrig
Gå aldrig i seng med sko på!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/172832880.webp
meget
Barnet er meget sultent.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
udenfor
Vi spiser udenfor i dag.
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
igen
De mødtes igen.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
om morgenen
Jeg har meget stress på arbejde om morgenen.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.