Woordenlijst
Leer bijwoorden – Afrikaans

môre
Niemand weet wat môre sal wees nie.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

lank
Ek moes lank in die wagkamer wag.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

korrek
Die woord is nie korrek gespel nie.
correct
Het woord is niet correct gespeld.

miskien
Sy wil miskien in ‘n ander land woon.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.

genoeg
Sy wil slaap en het genoeg van die geraas.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

enige tyd
Jy kan ons enige tyd bel.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.

binnekort
‘n Kommersiële gebou sal hier binnekort geopen word.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.

te veel
Die werk raak te veel vir my.
te veel
Het werk wordt me te veel.

saam
Die twee speel graag saam.
samen
De twee spelen graag samen.

nooit
Gaan nooit met skoene aan die bed in nie!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!

êrens
‘n Haas het êrens weggekruip.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
