Woordenlijst
Leer bijwoorden – Engels (UK)

out
She is coming out of the water.
uit
Ze komt uit het water.

yesterday
It rained heavily yesterday.
gisteren
Het regende hard gisteren.

half
The glass is half empty.
half
Het glas is half leeg.

enough
She wants to sleep and has had enough of the noise.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

already
He is already asleep.
al
Hij slaapt al.

just
She just woke up.
net
Ze is net wakker geworden.

again
He writes everything again.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.

too much
He has always worked too much.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

also
Her girlfriend is also drunk.
ook
Haar vriendin is ook dronken.

out
He would like to get out of prison.
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.

in
The two are coming in.
in
De twee komen binnen.
