Vocabulary
Learn Adverbs – Dutch

beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
down below
He is lying down on the floor.

eerst
Veiligheid komt eerst.
first
Safety comes first.

samen
De twee spelen graag samen.
together
The two like to play together.

gratis
Zonne-energie is gratis.
for free
Solar energy is for free.

correct
Het woord is niet correct gespeld.
correct
The word is not spelled correctly.

nooit
Men moet nooit opgeven.
never
One should never give up.

bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
for example
How do you like this color, for example?

voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
before
She was fatter before than now.

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
somewhere
A rabbit has hidden somewhere.

ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
ever
Have you ever lost all your money in stocks?

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
in
Is he going in or out?
