Vocabulary

Learn Adverbs – Dutch

cms/adverbs-webp/132151989.webp
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
left
On the left, you can see a ship.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
again
They met again.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
together
We learn together in a small group.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
together
The two like to play together.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
almost
The tank is almost empty.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
at night
The moon shines at night.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
always
There was always a lake here.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
for example
How do you like this color, for example?
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.
into
They jump into the water.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
away
He carries the prey away.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
often
Tornadoes are not often seen.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
te veel
Het werk wordt me te veel.
too much
The work is getting too much for me.