Vocabulary
Learn Adverbs – Dutch

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
quite
She is quite slim.

iets
Ik zie iets interessants!
something
I see something interesting!

in
De twee komen binnen.
in
The two are coming in.

te veel
Het werk wordt me te veel.
too much
The work is getting too much for me.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
enough
She wants to sleep and has had enough of the noise.

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
tomorrow
No one knows what will be tomorrow.

waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
why
Children want to know why everything is as it is.

lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
long
I had to wait long in the waiting room.

nooit
Men moet nooit opgeven.
never
One should never give up.

al
Het huis is al verkocht.
already
The house is already sold.

gratis
Zonne-energie is gratis.
for free
Solar energy is for free.
