Vocabulary
Learn Adverbs – Dutch

binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
soon
A commercial building will be opened here soon.

nooit
Men moet nooit opgeven.
never
One should never give up.

nu
Moet ik hem nu bellen?
now
Should I call him now?

vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
often
Tornadoes are not often seen.

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
in
Is he going in or out?

altijd
Je kunt ons altijd bellen.
anytime
You can call us anytime.

net
Ze is net wakker geworden.
just
She just woke up.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
nowhere
These tracks lead to nowhere.

te veel
Het werk wordt me te veel.
too much
The work is getting too much for me.

eerst
Veiligheid komt eerst.
first
Safety comes first.

echt
Kan ik dat echt geloven?
really
Can I really believe that?
