Vocabulary

Learn Adverbs – Dutch

cms/adverbs-webp/7769745.webp
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
again
He writes everything again.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
a little
I want a little more.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
just
She just woke up.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?
now
Should I call him now?
cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
long
I had to wait long in the waiting room.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
there
Go there, then ask again.
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
first
Safety comes first.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
nooit
Men moet nooit opgeven.
never
One should never give up.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
half
The glass is half empty.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
in the morning
I have a lot of stress at work in the morning.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
gisteren
Het regende hard gisteren.
yesterday
It rained heavily yesterday.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
often
Tornadoes are not often seen.