Vocabulary

Learn Verbs – Dutch

cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
mix
Various ingredients need to be mixed.
cms/verbs-webp/124575915.webp
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
improve
She wants to improve her figure.
cms/verbs-webp/103163608.webp
tellen
Ze telt de munten.
count
She counts the coins.
cms/verbs-webp/122010524.webp
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
undertake
I have undertaken many journeys.
cms/verbs-webp/94312776.webp
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
give away
She gives away her heart.
cms/verbs-webp/55119061.webp
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
start running
The athlete is about to start running.
cms/verbs-webp/32796938.webp
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
send off
She wants to send the letter off now.
cms/verbs-webp/81025050.webp
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
fight
The athletes fight against each other.
cms/verbs-webp/66441956.webp
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
write down
You have to write down the password!
cms/verbs-webp/18316732.webp
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
drive through
The car drives through a tree.
cms/verbs-webp/106725666.webp
controleren
Hij controleert wie daar woont.
check
He checks who lives there.
cms/verbs-webp/93393807.webp
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
happen
Strange things happen in dreams.