Vocabulary
Learn Verbs – Dutch

samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
summarize
You need to summarize the key points from this text.

handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
trade
People trade in used furniture.

voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
pass by
The two pass by each other.

out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
think outside the box
To be successful, you have to think outside the box sometimes.

drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
drive
The cowboys drive the cattle with horses.

worden
Ze zijn een goed team geworden.
become
They have become a good team.

een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
make a mistake
Think carefully so you don’t make a mistake!

toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
increase
The population has increased significantly.

verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
suspect
He suspects that it’s his girlfriend.

vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
renew
The painter wants to renew the wall color.

gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
throw to
They throw the ball to each other.
