Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)

pursue
The cowboy pursues the horses.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

open
The festival was opened with fireworks.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.

help
Everyone helps set up the tent.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

check
He checks who lives there.
controleren
Hij controleert wie daar woont.

command
He commands his dog.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.

give birth
She will give birth soon.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.

complete
He completes his jogging route every day.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.

sort
I still have a lot of papers to sort.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.

remind
The computer reminds me of my appointments.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

miss
He missed the chance for a goal.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.

have breakfast
We prefer to have breakfast in bed.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
