Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)

transport
The truck transports the goods.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

protect
A helmet is supposed to protect against accidents.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

strengthen
Gymnastics strengthens the muscles.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.

turn
She turns the meat.
draaien
Ze draait het vlees.

change
The car mechanic is changing the tires.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.

leave
Many English people wanted to leave the EU.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

stop by
The doctors stop by the patient every day.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.

speak
One should not speak too loudly in the cinema.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.

enrich
Spices enrich our food.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

dial
She picked up the phone and dialed the number.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.

stand
She can’t stand the singing.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
