Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/102853224.webp
bring together
The language course brings students from all over the world together.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
cms/verbs-webp/123786066.webp
drink
She drinks tea.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/120624757.webp
walk
He likes to walk in the forest.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/8482344.webp
kiss
He kisses the baby.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/117953809.webp
stand
She can’t stand the singing.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/75281875.webp
take care of
Our janitor takes care of snow removal.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
cms/verbs-webp/79322446.webp
introduce
He is introducing his new girlfriend to his parents.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/43100258.webp
meet
Sometimes they meet in the staircase.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/96061755.webp
serve
The chef is serving us himself today.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/129203514.webp
chat
He often chats with his neighbor.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
cms/verbs-webp/114231240.webp
lie
He often lies when he wants to sell something.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/102238862.webp
visit
An old friend visits her.
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.