Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/117491447.webp
depend
He is blind and depends on outside help.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/119952533.webp
taste
This tastes really good!
smaken
Dit smaakt echt goed!
cms/verbs-webp/122398994.webp
kill
Be careful, you can kill someone with that axe!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/66441956.webp
write down
You have to write down the password!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/3819016.webp
miss
He missed the chance for a goal.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
cms/verbs-webp/89869215.webp
kick
They like to kick, but only in table soccer.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
cms/verbs-webp/65199280.webp
run after
The mother runs after her son.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
cms/verbs-webp/98082968.webp
listen
He is listening to her.
luisteren
Hij luistert naar haar.
cms/verbs-webp/98977786.webp
name
How many countries can you name?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
cms/verbs-webp/71612101.webp
enter
The subway has just entered the station.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/89635850.webp
dial
She picked up the phone and dialed the number.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/104818122.webp
repair
He wanted to repair the cable.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.