Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

leave
The man leaves.
verlaten
De man vertrekt.

spell
The children are learning to spell.
spellen
De kinderen leren spellen.

hope
Many hope for a better future in Europe.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

happen
Strange things happen in dreams.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

cry
The child is crying in the bathtub.
huilen
Het kind huilt in het bad.

get to know
Strange dogs want to get to know each other.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

move
It’s healthy to move a lot.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.

pull out
Weeds need to be pulled out.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

go bankrupt
The business will probably go bankrupt soon.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

paint
I’ve painted a beautiful picture for you!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!

meet
Sometimes they meet in the staircase.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
