Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

appear
A huge fish suddenly appeared in the water.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.

sort
He likes sorting his stamps.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.

kill
Be careful, you can kill someone with that axe!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!

pick up
We have to pick up all the apples.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.

open
The festival was opened with fireworks.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.

leave
The man leaves.
verlaten
De man vertrekt.

increase
The company has increased its revenue.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.

protect
Children must be protected.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.

eat
The chickens are eating the grains.
eten
De kippen eten de granen.

produce
One can produce more cheaply with robots.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.

clean
She cleans the kitchen.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
