Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/120193381.webp
trou
Die paartjie het pas getrou.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/123203853.webp
veroorsaak
Alkohol kan kopseer veroorsaak.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/78342099.webp
geldig wees
Die visum is nie meer geldig nie.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wag
Sy wag vir die bus.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/40094762.webp
wakker maak
Die wekker maak haar om 10 vm. wakker.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
cms/verbs-webp/17624512.webp
gewoond raak
Kinders moet gewoond raak aan tandeborsel.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/124320643.webp
moeilik vind
Albei vind dit moeilik om totsiens te sê.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
cms/verbs-webp/42111567.webp
’n fout maak
Dink deeglik sodat jy nie ’n fout maak nie!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/122394605.webp
verander
Die motorwerktuigkundige verander die bande.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
cms/verbs-webp/113316795.webp
aanteken
Jy moet met jou wagwoord aanteken.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/104167534.webp
besit
Ek besit ’n rooi sportmotor.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/75281875.webp
versorg
Ons opsigter sorg vir sneeuverwydering.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.