Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/116166076.webp
betaal
Sy betaal aanlyn met ’n kredietkaart.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/20225657.webp
eis
My kleinkind eis baie van my.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/120128475.webp
dink
Sy moet altyd aan hom dink.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
cms/verbs-webp/96476544.webp
stel vas
Die datum word vasgestel.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/102327719.webp
slaap
Die baba slaap.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/115373990.webp
verskyn
’n Groot vis het skielik in die water verskyn.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/130814457.webp
voeg by
Sy voeg ’n bietjie melk by die koffie.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/117890903.webp
antwoord
Sy antwoord altyd eerste.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/119404727.webp
doen
Jy moes dit ’n uur gelede gedoen het!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/102731114.webp
publiseer
Die uitgewer het baie boeke gepubliseer.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/125376841.webp
kyk na
Op vakansie het ek baie besienswaardighede bekyk.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/90773403.webp
volg
My hond volg my as ek hardloop.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.