Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

يرن
هل تسمع الجرس يرن؟
yuranu
hal tasmae aljars yirna?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?

تشعر
هي تشعر بالطفل في بطنها.
tasheur
hi tasheur bialtifl fi batniha.
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.

سجل
تريد أن تسجل فكرتها التجارية.
sajil
turid ‘an tusajil fikrataha altijariata.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.

يغطي
الطفل يغطي أذنيه.
yughatiy
altifl yughatiy ‘udhunayhi.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.

موقوفة
الدراجات موقوفة أمام المنزل.
mawqufat
aldaraajat mawqufat ‘amam almanzili.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

يتلقى
يتلقى معاشًا جيدًا في الشيخوخة.
yatalaqaa
yatalaqaa meashan jydan fi alshaykhukhati.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

يشعر
هو غالبًا ما يشعر بالوحدة.
yasheur
hu ghalban ma yasheur bialwahdati.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.

قبل
بعض الناس لا يرغبون في قبول الحقيقة.
qabl
baed alnaas la yarghabun fi qubul alhaqiqati.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

ينتقل
ابن أخي ينتقل.
yantaqil
abn ‘akhi yantaqilu.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.

تنظف
هي تنظف المطبخ.
tunazaf
hi tunazif almatbakha.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.

يريدون
الرائدون الفضائيون يريدون استكشاف الفضاء الخارجي.
yuridun
alraayidun alfadayiyuwn yuridun aistikshaf alfada‘ alkhariji.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
