Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch
يركض
الرياضي يركض.
yarkud
alriyadiu yarkudu.
rennen
De atleet rent.
يتبع
كلبي يتبعني عندما أركض.
yatabae
kalbi yatbaeuni eindama ‘arkadu.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
ينظف
العامل ينظف النافذة.
yunazif
aleamil yunazif alnaafidhata.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
اكتشف
اكتشف البحارة أرضًا جديدة.
aktashaf
aktashaf albahaarat ardan jadidatan.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
ذهب
أين ذهب البحيرة التي كانت هنا؟
dhahab
‘ayn dhahab albuhayrat alati kanat huna?
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
فقد
انتظر، لقد فقدت محفظتك!
faqad
antazir, laqad faqadt mahfazataka!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
حدث له
هل حدث له شيء في حادث العمل؟
hadath lah
hal hadath lah shay‘ fi hadith aleumli?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
تركض نحو
الفتاة تركض نحو أمها.
tarkud nahw
alfatat tarkud nahw ‘umaha.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
يدفعون
يدفعون الرجل إلى الماء.
yadfaeun
yadfaeun alrajul ‘iilaa alma‘i.
duwen
Ze duwen de man het water in.
قتل
سأقتل الذبابة!
qatil
sa‘aqtul aldhubabata!
doden
Ik zal de vlieg doden!
أكدت
هي أكدت الأخبار الجيدة لزوجها.
‘akadat
hi ‘akadat al‘akhbar aljayidat lizawjiha.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.