Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

hang down
Icicles hang down from the roof.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.

exclude
The group excludes him.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.

understand
I can’t understand you!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

help
Everyone helps set up the tent.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

restrict
Should trade be restricted?
beperken
Moet handel worden beperkt?

fight
The fire department fights the fire from the air.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.

update
Nowadays, you have to constantly update your knowledge.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

arrive
He arrived just in time.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.

repair
He wanted to repair the cable.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.

pray
He prays quietly.
bidden
Hij bidt in stilte.

look at
On vacation, I looked at many sights.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
