Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/93947253.webp
mirti
Daug žmonių filme miršta.
sterven
Veel mensen sterven in films.
cms/verbs-webp/67624732.webp
bijoti
Mes bijome, kad žmogus yra rimtai sužeistas.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
cms/verbs-webp/125400489.webp
palikti
Turistai palieka paplūdimį vidurdienį.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
cms/verbs-webp/85191995.webp
sutarti
Baikite kovą ir pagaliau sutarkite!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/83776307.webp
kraustytis
Mano sūnėnas kraustosi.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/124575915.webp
pagerinti
Ji nori pagerinti savo figūrą.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/89025699.webp
nešti
Asilas neša sunkią naštą.
dragen
De ezel draagt een zware last.
cms/verbs-webp/44127338.webp
išeiti
Jis išėjo iš darbo.
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/79046155.webp
pakartoti
Gal galite tai pakartoti?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/9435922.webp
artėti
Sraigės artėja viena prie kitos.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/59250506.webp
pasiūlyti
Ji pasiūlė palaitinti gėles.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.
cms/verbs-webp/61575526.webp
nusileisti
Daug senų namų turi nusileisti naujiems.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.