Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

tekėti
Nepilnamečiams negalima tekti.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.

tikrinti
Ko tu nežinai, turėtum patikrinti.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

išsiųsti
Šis paketas bus išsiųstas greitai.
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.

užžengti
Aš negaliu užžengti ant žemės šia koja.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.

mylėti
Ji labai myli savo katę.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.

pastatyti
Automobiliai yra pastatyti požemio garaže.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

pradėti
Naujas gyvenimas prasideda santuoka.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.

gaminti
Robotais galima gaminti pigiau.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.

norėti
Vaikas nori eiti laukan.
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.

kraustytis
Mano sūnėnas kraustosi.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.

pasakyti
Turiu jums pasakyti kažką svarbaus.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
