Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (BR)

cms/verbs-webp/46385710.webp
aceitar
Cartões de crédito são aceitos aqui.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/96668495.webp
imprimir
Livros e jornais estão sendo impressos.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/122479015.webp
cortar
O tecido está sendo cortado no tamanho certo.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
cms/verbs-webp/125376841.webp
olhar para
Nas férias, eu olhei para muitos pontos turísticos.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/122394605.webp
trocar
O mecânico de automóveis está trocando os pneus.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
cms/verbs-webp/47802599.webp
preferir
Muitas crianças preferem doces a coisas saudáveis.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
cms/verbs-webp/98977786.webp
nomear
Quantos países você pode nomear?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
cms/verbs-webp/40632289.webp
conversar
Os alunos não devem conversar durante a aula.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/66787660.webp
pintar
Quero pintar meu apartamento.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/123648488.webp
passar por
Os médicos passam pelo paciente todos os dias.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/114272921.webp
conduzir
Os cowboys conduzem o gado com cavalos.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
cms/verbs-webp/119913596.webp
dar
O pai quer dar algum dinheiro extra ao filho.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.