Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/43483158.webp
reise med tog
Jeg vil reise dit med tog.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/98561398.webp
blande
Maleren blander fargene.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/114379513.webp
dekke
Vannliljene dekker vannet.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/94193521.webp
svinge
Du kan svinge til venstre.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/120200094.webp
blande
Du kan blande en sunn salat med grønnsaker.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/30793025.webp
skryte
Han liker å skryte av pengene sine.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/106682030.webp
finne igjen
Jeg kunne ikke finne passet mitt etter flyttingen.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
cms/verbs-webp/123179881.webp
øve
Han øver hver dag med skateboardet sitt.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
cms/verbs-webp/102397678.webp
publisere
Reklame blir ofte publisert i aviser.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/119501073.webp
ligge motsatt
Der er slottet - det ligger rett motsatt!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
cms/verbs-webp/90773403.webp
følge
Hunden min følger meg når jeg jogger.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
cms/verbs-webp/91696604.webp
tillate
Man bør ikke tillate depresjon.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.