Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/97335541.webp
kommentere
Han kommenterer politikk hver dag.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/102677982.webp
føle
Hun føler babyen i magen sin.
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
cms/verbs-webp/80332176.webp
understreke
Han understreket uttalelsen sin.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/116835795.webp
ankomme
Mange mennesker ankommer med bobil på ferie.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/117658590.webp
dø ut
Mange dyr har dødd ut i dag.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/91997551.webp
forstå
Man kan ikke forstå alt om datamaskiner.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/92456427.webp
kjøpe
De vil kjøpe et hus.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/123179881.webp
øve
Han øver hver dag med skateboardet sitt.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
cms/verbs-webp/60395424.webp
hoppe rundt
Barnet hopper glad rundt.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/58477450.webp
leie ut
Han leier ut huset sitt.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
cms/verbs-webp/127720613.webp
savne
Han savner kjæresten sin mye.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/96571673.webp
male
Han maler veggen hvit.
schilderen
Hij schildert de muur wit.