Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/114231240.webp
lyve
Han lyver ofte når han vil selge noe.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/113842119.webp
passere
Middelalderen har passert.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/118567408.webp
tro
Hvem tror du er sterkest?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/82378537.webp
kaste
Disse gamle gummidekkene må kastes separat.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/44518719.webp
Denne stien må ikke gås.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/123213401.webp
hate
De to guttene hater hverandre.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/102114991.webp
klippe
Frisøren klipper håret hennes.
knippen
De kapper knipt haar haar.
cms/verbs-webp/106725666.webp
sjekke
Han sjekker hvem som bor der.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
cms/verbs-webp/122010524.webp
påta seg
Jeg har påtatt meg mange reiser.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/101709371.webp
produsere
Man kan produsere billigere med roboter.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
cms/verbs-webp/116610655.webp
bygge
Når ble Den kinesiske mur bygget?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/101945694.webp
sove lenge
De vil endelig sove lenge en natt.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.