Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

give way
Many old houses have to give way for the new ones.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

use
Even small children use tablets.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

sing
The children sing a song.
zingen
De kinderen zingen een lied.

check
The mechanic checks the car’s functions.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.

get by
She has to get by with little money.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

set up
My daughter wants to set up her apartment.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

come out
What comes out of the egg?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?

end up
How did we end up in this situation?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?

refuse
The child refuses its food.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.

ride along
May I ride along with you?
meerijden
Mag ik met je meerijden?

send
I am sending you a letter.
sturen
Ik stuur je een brief.
