Woordenlijst

Leer werkwoorden – Turks

cms/verbs-webp/83548990.webp
dönmek
Bumerang geri döndü.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
cms/verbs-webp/124274060.webp
bırakmak
Bana bir dilim pizza bıraktı.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
cms/verbs-webp/43956783.webp
kaçmak
Kedimiz kaçtı.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/44518719.webp
yürümek
Bu yolda yürünmemeli.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/44127338.webp
bırakmak
İşini bıraktı.
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/93169145.webp
konuşmak
Dinleyicisine konuşuyor.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/65840237.webp
göndermek
Malzemeler bana bir paketle gönderilecek.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/120086715.webp
tamamlamak
Puzzle‘ı tamamlayabilir misin?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/90032573.webp
bilmek
Çocuklar çok meraklı ve çok şey biliyor.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
cms/verbs-webp/60395424.webp
etrafa atlamak
Çocuk mutlu bir şekilde etrafa atlıyor.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/97593982.webp
hazırlamak
Lezzetli bir kahvaltı hazırlandı!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/35137215.webp
dövmek
Ebeveynler çocuklarını dövmemeli.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.