Woordenlijst

Leer werkwoorden – Turks

cms/verbs-webp/129945570.webp
cevap vermek
Bir soruyla cevap verdi.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/74176286.webp
korumak
Anne çocuğunu korur.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
cms/verbs-webp/124274060.webp
bırakmak
Bana bir dilim pizza bıraktı.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
cms/verbs-webp/80060417.webp
uzaklaşmak
Arabasıyla uzaklaşıyor.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
cms/verbs-webp/120515454.webp
beslemek
Çocuklar atı besliyor.
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/90821181.webp
yenmek
Rakibini teniste yendi.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
cms/verbs-webp/125402133.webp
dokunmak
Ona nazikçe dokundu.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
cms/verbs-webp/118759500.webp
hasat yapmak
Çok fazla şarap hasat ettik.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/96061755.webp
servis yapmak
Şef bugün bize kendisi servis yapıyor.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/33599908.webp
hizmet etmek
Köpekler sahiplerine hizmet etmeyi sever.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/130814457.webp
eklemek
Kahveye biraz süt ekler.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/43483158.webp
trenle gitmek
Oraya trenle gideceğim.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.