Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/118549726.webp
tjekke
Tandlægen tjekker tænderne.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
cms/verbs-webp/102327719.webp
sove
Babyen sover.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/75195383.webp
være
Du bør ikke være trist!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/70624964.webp
have det sjovt
Vi havde meget sjovt på tivoli!
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
cms/verbs-webp/68779174.webp
repræsentere
Advokater repræsenterer deres klienter i retten.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/119302514.webp
ringe
Pigen ringer til sin ven.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
cms/verbs-webp/119417660.webp
tro
Mange mennesker tror på Gud.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/123203853.webp
forårsage
Alkohol kan forårsage hovedpine.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/107852800.webp
kigge
Hun kigger gennem en kikkert.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/91147324.webp
belønne
Han blev belønnet med en medalje.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/18473806.webp
få tur
Vent venligst, du får snart din tur!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
cms/verbs-webp/118483894.webp
nyde
Hun nyder livet.
genieten
Ze geniet van het leven.