Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/57207671.webp
acceptere
Jeg kan ikke ændre det, jeg må acceptere det.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/93393807.webp
ske
Mærkelige ting sker i drømme.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
cms/verbs-webp/68212972.webp
række hånden op
Den, der ved noget, kan række hånden op i klassen.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkere
Bilerne er parkeret i parkeringskælderen.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/61389443.webp
ligge
Børnene ligger sammen i græsset.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/109434478.webp
åbne
Festivalen blev åbnet med fyrværkeri.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/71260439.webp
skrive til
Han skrev til mig sidste uge.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
cms/verbs-webp/57481685.webp
gå om
Eleven har gået et år om.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/123648488.webp
kigge forbi
Lægerne kigger forbi patienten hver dag.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/114052356.webp
brænde
Kødet må ikke brænde på grillen.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/125402133.webp
røre
Han rørte hende ømt.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
cms/verbs-webp/112755134.webp
ringe
Hun kan kun ringe i sin frokostpause.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.