Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens
fjerne
Håndværkeren fjernede de gamle fliser.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
foreslå
Kvinden foreslår noget til sin veninde.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
lade komme foran
Ingen vil lade ham komme foran ved supermarkedets kasse.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
køre rundt
Bilerne kører rundt i en cirkel.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
spare
Mine børn har sparet deres egne penge op.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
sende
Dette firma sender varer over hele verden.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
skrive ned
Du skal skrive kodeordet ned!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
føle
Han føler sig ofte alene.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
bringe tilbage
Hunden bringer legetøjet tilbage.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
gøre fremskridt
Snegle gør kun langsomme fremskridt.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
ignorere
Barnet ignorerer sin mors ord.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.