Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch
يرن
الجرس يرن كل يوم.
yuranu
aljars yarn kula yawmi.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
استعاد
الجهاز معيب؛ على التاجر استعادته.
astaead
aljihaz mueib; ealaa altaajir astieadataha.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
يركب
الأطفال يحبون ركوب الدراجات أو السكوتر.
yarkab
al‘atfal yuhibuwn rukub aldaraajat ‘aw alsukutar.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
تشرب
هي تشرب الشاي.
tashrab
hi tashrab alshaayi.
drinken
Ze drinkt thee.
اعتنى بـ
يعتني حارسنا بإزالة الثلج.
aetanaa bi
yaetani harisuna bi‘iizalat althalja.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
يحمي
يجب حماية الأطفال.
yahmi
yajib himayat al‘atfali.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
خلط
الرسام يخلط الألوان.
khalt
alrasaam yakhlit al‘alwan.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
سجل
تريد أن تسجل فكرتها التجارية.
sajil
turid ‘an tusajil fikrataha altijariata.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
يسبب
الكثير من الناس يسببون الفوضى بسرعة.
yusabib
alkathir min alnaas yusabibun alfawdaa bisureatin.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
أصبح أعمى
الرجل الذي لديه الشارات أصبح أعمى.
‘asbah ‘aemaa
alrajul aladhi ladayh alshaarat ‘asbah ‘aemaa.
blind worden
De man met de badges is blind geworden.
تأخير
سنضطر قريبًا لتأخير الساعة مرة أخرى.
takhir
sanadtaru qryban litakhir alsaaeat maratan ‘ukhraa.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.