Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

comparar
Ells comparen les seves xifres.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.

completar
Ells han completat la tasca difícil.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.

demostrar
Ell vol demostrar una fórmula matemàtica.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

pensar fora de la caixa
Per tenir èxit, de vegades has de pensar fora de la caixa.
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.

deixar entrar
Mai s’hauria de deixar entrar a estranys.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.

passar la nit
Estem passant la nit a l’cotxe.
overnachten
We overnachten in de auto.

ajudar
Tothom ajuda a muntar la tenda.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

pintar
Ella s’ha pintat les mans.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.

oferir
Ella va oferir regar les flors.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.

conèixer
Ella coneix molts llibres quasi de memòria.
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.

crear
Qui va crear la Terra?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
