Woordenlijst

Leer werkwoorden – Italiaans

cms/verbs-webp/127620690.webp
tassare
Le aziende vengono tassate in vari modi.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/132125626.webp
persuadere
Spesso deve persuadere sua figlia a mangiare.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/118868318.webp
piacere
A lei piace più il cioccolato che le verdure.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/115847180.webp
aiutare
Tutti aiutano a montare la tenda.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/96476544.webp
stabilire
La data viene stabilita.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/86996301.webp
difendere
I due amici vogliono sempre difendersi a vicenda.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/93393807.webp
accadere
Nelle sogni accadono cose strane.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
cms/verbs-webp/99455547.webp
accettare
Alcune persone non vogliono accettare la verità.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/123203853.webp
causare
L’alcol può causare mal di testa.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/20225657.webp
esigere
Mio nipote mi esige molto.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/95190323.webp
votare
Si vota per o contro un candidato.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/105623533.webp
dovere
Si dovrebbe bere molta acqua.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.