Woordenlijst
Leer werkwoorden – Spaans

garantizar
El seguro garantiza protección en caso de accidentes.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

apagar
Ella apaga el despertador.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.

explorar
Los astronautas quieren explorar el espacio exterior.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.

sobrevivir
Ella tiene que sobrevivir con poco dinero.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

imitar
El niño imita un avión.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.

dejar
Los propietarios me dejan sus perros para pasear.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.

entregar
Nuestra hija entrega periódicos durante las vacaciones.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.

buscar
El ladrón busca en la casa.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.

mirar
En vacaciones, miré muchos lugares de interés.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.

describir
¿Cómo se pueden describir los colores?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?

suceder
¿Le sucedió algo en el accidente laboral?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
