Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/91147324.webp
apdovanoti
Jis buvo apdovanotas medaliu.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/78973375.webp
gauti ligos pažymėjimą
Jam reikia gauti ligos pažymėjimą iš gydytojo.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/122224023.webp
atnaujinti
Netrukus vėl reikės atnaujinti laikrodį.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
cms/verbs-webp/102136622.webp
traukti
Jis traukia rogutę.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/117490230.webp
užsisakyti
Ji užsakė sau pusryčius.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
cms/verbs-webp/84472893.webp
važiuoti
Vaikai mėgsta važinėtis dviračiais ar paspirtukais.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/67955103.webp
valgyti
Vištos valgo grūdus.
eten
De kippen eten de granen.
cms/verbs-webp/114231240.webp
meluoti
Jis dažnai meluoja, kai nori kažką parduoti.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/56994174.webp
išeiti
Kas išeina iš kiaušinio?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
cms/verbs-webp/125116470.webp
pasitikėti
Mes visi pasitikime vieni kitais.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/62788402.webp
patvirtinti
Mes mielai patvirtiname jūsų idėją.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/121670222.webp
sekti
Viščiukai visada seka savo motiną.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.