Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

nubausti
Ji nubausti savo dukrą.
straffen
Ze strafte haar dochter.

dažyti
Ji nudažė savo rankas.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.

pašalinti
Kaip pašalinti raudono vyno dėmę?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?

smagiai leisti laiką
Mums buvo labai smagu parke atrakcionų!
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!

reikšti
Ką reiškia šis herbas ant grindų?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?

šnekėtis
Jis dažnai šnekučiuojasi su kaimynu.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

mušti
Tėvai neturėtų mušti savo vaikų.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.

sudaryti
Mes kartu sudarome gerą komandą.
vormen
We vormen samen een goed team.

protestuoti
Žmonės protestuoja prieš neteisybę.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.

pamiršti
Ji dabar pamiršo jo vardą.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

dengti
Vandens lėlios dengia vandenį.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
