Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/100634207.webp
klarigi
Ŝi klarigas al li kiel la aparato funkcias.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
cms/verbs-webp/91930542.webp
haltigi
La policistino haltigas la aŭton.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/90287300.webp
soni
Ĉu vi aŭdas la sonorilon sonanta?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/107852800.webp
rigardi
Ŝi rigardas tra binoklo.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/118011740.webp
konstrui
La infanoj konstruas altan turon.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/55372178.webp
progresi
Helikoj nur progresas malrapide.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
cms/verbs-webp/64053926.webp
superi
La atletoj superas la akvofalon.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/92384853.webp
taŭgi
La vojo ne taŭgas por biciklistoj.
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
cms/verbs-webp/118232218.webp
protekti
Infanojn devas esti protektataj.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/93697965.webp
veturi
La aŭtoj veturas cirklaŭe.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/78309507.webp
detranchi
La formoj devas esti detranchitaj.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
cms/verbs-webp/32796938.webp
elsendi
Ŝi volas nun elsendi la leteron.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.