Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/64053926.webp
überwinden
Die Sportler überwinden den Wasserfall.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/111021565.webp
sich ekeln
Sie ekelt sich vor Spinnen.
walgen van
Ze walgde van spinnen.
cms/verbs-webp/119613462.webp
erwarten
Meine Schwester erwartet ein Kind.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/103163608.webp
zählen
Sie zählt die Münzen.
tellen
Ze telt de munten.
cms/verbs-webp/104818122.webp
reparieren
Er wollte das Kabel reparieren.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/70864457.webp
ausliefern
Der Bote liefert das Essen aus.
brengen
De bezorger brengt het eten.
cms/verbs-webp/128159501.webp
vermengen
Verschiedene Zutaten müssen vermengt werden.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/115113805.webp
sich unterhalten
Sie unterhalten sich per Chat.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/112286562.webp
arbeiten
Sie arbeitet besser als ein Mann.
werken
Ze werkt beter dan een man.
cms/verbs-webp/73488967.webp
untersuchen
In diesem Labor werden Blutproben untersucht.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/92145325.webp
gucken
Sie guckt durch ein Loch.
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/100565199.webp
frühstücken
Wir frühstücken am liebsten im Bett.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.