Woordenlijst
Leer werkwoorden – Duits
überwinden
Die Sportler überwinden den Wasserfall.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
sich ekeln
Sie ekelt sich vor Spinnen.
walgen van
Ze walgde van spinnen.
erwarten
Meine Schwester erwartet ein Kind.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
zählen
Sie zählt die Münzen.
tellen
Ze telt de munten.
reparieren
Er wollte das Kabel reparieren.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
ausliefern
Der Bote liefert das Essen aus.
brengen
De bezorger brengt het eten.
vermengen
Verschiedene Zutaten müssen vermengt werden.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
sich unterhalten
Sie unterhalten sich per Chat.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
arbeiten
Sie arbeitet besser als ein Mann.
werken
Ze werkt beter dan een man.
untersuchen
In diesem Labor werden Blutproben untersucht.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
gucken
Sie guckt durch ein Loch.
kijken
Ze kijkt door een gat.