Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/86196611.webp
run over
Unfortunately, many animals are still run over by cars.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/96531863.webp
go through
Can the cat go through this hole?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/84365550.webp
transport
The truck transports the goods.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/125400489.webp
leave
Tourists leave the beach at noon.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
cms/verbs-webp/116519780.webp
run out
She runs out with the new shoes.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/859238.webp
exercise
She exercises an unusual profession.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/111792187.webp
choose
It is hard to choose the right one.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/80332176.webp
underline
He underlined his statement.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/130770778.webp
travel
He likes to travel and has seen many countries.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/101945694.webp
sleep in
They want to finally sleep in for one night.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/118780425.webp
taste
The head chef tastes the soup.
proeven
De chef-kok proeft de soep.
cms/verbs-webp/106725666.webp
check
He checks who lives there.
controleren
Hij controleert wie daar woont.