Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/120086715.webp
complete
Can you complete the puzzle?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/129945570.webp
respond
She responded with a question.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/59066378.webp
pay attention to
One must pay attention to traffic signs.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/35071619.webp
pass by
The two pass by each other.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
cms/verbs-webp/3819016.webp
miss
He missed the chance for a goal.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
cms/verbs-webp/101630613.webp
search
The burglar searches the house.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/9435922.webp
come closer
The snails are coming closer to each other.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/120762638.webp
tell
I have something important to tell you.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/116166076.webp
pay
She pays online with a credit card.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/132030267.webp
consume
She consumes a piece of cake.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
cms/verbs-webp/112408678.webp
invite
We invite you to our New Year’s Eve party.
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
cms/verbs-webp/98294156.webp
trade
People trade in used furniture.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.