Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)

represent
Lawyers represent their clients in court.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

wait
She is waiting for the bus.
wachten
Ze wacht op de bus.

speak out
She wants to speak out to her friend.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

guarantee
Insurance guarantees protection in case of accidents.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

trade
People trade in used furniture.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

speak
One should not speak too loudly in the cinema.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.

begin
A new life begins with marriage.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.

spread out
He spreads his arms wide.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.

practice
He practices every day with his skateboard.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.

ring
Do you hear the bell ringing?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?

get a turn
Please wait, you’ll get your turn soon!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
