Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)

should
One should drink a lot of water.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.

like
The child likes the new toy.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.

paint
I’ve painted a beautiful picture for you!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!

renew
The painter wants to renew the wall color.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.

hang down
The hammock hangs down from the ceiling.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.

sit
Many people are sitting in the room.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.

fire
The boss has fired him.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.

call
She can only call during her lunch break.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

persuade
She often has to persuade her daughter to eat.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

increase
The company has increased its revenue.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.

jump
He jumped into the water.
springen
Hij sprong in het water.
