Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/105623533.webp
should
One should drink a lot of water.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
cms/verbs-webp/21342345.webp
like
The child likes the new toy.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/121112097.webp
paint
I’ve painted a beautiful picture for you!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/128644230.webp
renew
The painter wants to renew the wall color.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hang down
The hammock hangs down from the ceiling.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/103910355.webp
sit
Many people are sitting in the room.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
cms/verbs-webp/96586059.webp
fire
The boss has fired him.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
cms/verbs-webp/112755134.webp
call
She can only call during her lunch break.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/132125626.webp
persuade
She often has to persuade her daughter to eat.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/122079435.webp
increase
The company has increased its revenue.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/67035590.webp
jump
He jumped into the water.
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/73649332.webp
shout
If you want to be heard, you have to shout your message loudly.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.