Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/123648488.webp
stop by
The doctors stop by the patient every day.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/28642538.webp
leave standing
Today many have to leave their cars standing.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
cms/verbs-webp/21342345.webp
like
The child likes the new toy.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/68779174.webp
represent
Lawyers represent their clients in court.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/112970425.webp
get upset
She gets upset because he always snores.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/65199280.webp
run after
The mother runs after her son.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
cms/verbs-webp/119379907.webp
guess
You have to guess who I am!
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/101742573.webp
paint
She has painted her hands.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/74908730.webp
cause
Too many people quickly cause chaos.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/63935931.webp
turn
She turns the meat.
draaien
Ze draait het vlees.
cms/verbs-webp/94193521.webp
turn
You may turn left.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/55269029.webp
miss
He missed the nail and injured himself.
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.