Woordenlijst

Leer werkwoorden – Frans

cms/verbs-webp/103797145.webp
embaucher
L’entreprise veut embaucher plus de personnes.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/75195383.webp
être
Tu ne devrais pas être triste!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/117890903.webp
répondre
Elle répond toujours en première.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/106515783.webp
détruire
La tornade détruit de nombreuses maisons.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
cms/verbs-webp/99592722.webp
former
Nous formons une bonne équipe ensemble.
vormen
We vormen samen een goed team.
cms/verbs-webp/101709371.webp
produire
On peut produire à moindre coût avec des robots.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
cms/verbs-webp/60625811.webp
détruire
Les fichiers seront complètement détruits.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/115373990.webp
apparaître
Un gros poisson est soudainement apparu dans l’eau.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/118064351.webp
éviter
Il doit éviter les noix.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/47241989.webp
chercher
Ce que tu ne sais pas, tu dois le chercher.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/108991637.webp
éviter
Elle évite son collègue.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/58477450.webp
louer
Il loue sa maison.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.