Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans
embaucher
L’entreprise veut embaucher plus de personnes.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
être
Tu ne devrais pas être triste!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
répondre
Elle répond toujours en première.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
détruire
La tornade détruit de nombreuses maisons.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
former
Nous formons une bonne équipe ensemble.
vormen
We vormen samen een goed team.
produire
On peut produire à moindre coût avec des robots.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
détruire
Les fichiers seront complètement détruits.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
apparaître
Un gros poisson est soudainement apparu dans l’eau.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
éviter
Il doit éviter les noix.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
chercher
Ce que tu ne sais pas, tu dois le chercher.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
éviter
Elle évite son collègue.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.