Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/90287300.webp
ringe
Kan du høre klokken ringe?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/79201834.webp
forbinde
Denne bro forbinder to kvarterer.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/94796902.webp
finde tilbage
Jeg kan ikke finde tilbage.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/123519156.webp
tilbringe
Hun tilbringer al sin fritid udenfor.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
cms/verbs-webp/115224969.webp
tilgive
Jeg tilgiver ham hans gæld.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
cms/verbs-webp/114091499.webp
træne
Hunden bliver trænet af hende.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/130938054.webp
dække
Barnet dækker sig selv.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/66441956.webp
skrive ned
Du skal skrive kodeordet ned!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/36190839.webp
bekæmpe
Brandvæsenet bekæmper ilden fra luften.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/119520659.webp
bringe op
Hvor mange gange skal jeg bringe dette argument op?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
cms/verbs-webp/59552358.webp
administrere
Hvem administrerer pengene i din familie?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/119235815.webp
elske
Hun elsker virkelig sin hest.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.