Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

fuldføre
De har fuldført den svære opgave.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.

takke
Jeg takker dig meget for det!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!

fremhæve
Du kan fremhæve dine øjne godt med makeup.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.

tilhøre
Min kone tilhører mig.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.

dræbe
Jeg vil dræbe fluen!
doden
Ik zal de vlieg doden!

udvikle
De udvikler en ny strategi.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.

acceptere
Jeg kan ikke ændre det, jeg må acceptere det.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

gentage
Min papegøje kan gentage mit navn.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.

række hånden op
Den, der ved noget, kan række hånden op i klassen.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.

sparke
De kan lide at sparke, men kun i bordfodbold.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

nyde
Hun nyder livet.
genieten
Ze geniet van het leven.
