Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/80325151.webp
fuldføre
De har fuldført den svære opgave.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/12991232.webp
takke
Jeg takker dig meget for det!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/51573459.webp
fremhæve
Du kan fremhæve dine øjne godt med makeup.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/27076371.webp
tilhøre
Min kone tilhører mig.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/45022787.webp
dræbe
Jeg vil dræbe fluen!
doden
Ik zal de vlieg doden!
cms/verbs-webp/103719050.webp
udvikle
De udvikler en ny strategi.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/57207671.webp
acceptere
Jeg kan ikke ændre det, jeg må acceptere det.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/1422019.webp
gentage
Min papegøje kan gentage mit navn.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/68212972.webp
række hånden op
Den, der ved noget, kan række hånden op i klassen.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/89869215.webp
sparke
De kan lide at sparke, men kun i bordfodbold.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
cms/verbs-webp/118483894.webp
nyde
Hun nyder livet.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/79404404.webp
behøve
Jeg er tørstig, jeg behøver vand!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!