Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

ringe
Kan du høre klokken ringe?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?

forbinde
Denne bro forbinder to kvarterer.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.

finde tilbage
Jeg kan ikke finde tilbage.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.

tilbringe
Hun tilbringer al sin fritid udenfor.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.

tilgive
Jeg tilgiver ham hans gæld.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.

træne
Hunden bliver trænet af hende.
trainen
De hond wordt door haar getraind.

dække
Barnet dækker sig selv.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.

skrive ned
Du skal skrive kodeordet ned!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

bekæmpe
Brandvæsenet bekæmper ilden fra luften.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.

bringe op
Hvor mange gange skal jeg bringe dette argument op?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?

administrere
Hvem administrerer pengene i din familie?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
